Zondag 30 oktober, de ochtend na Diwali. We hadden maar een paar uurtjes geslapen en de wekker ging alweer. Om iets voor 5 uur hoorden we de piepende remmen van de riksja voor de deur, Ashok (dit zal niet zijn naam zijn maar dit haal ik er steeds uit) haalde ons op om ons vervolgens (in de regen) naar het jongenshuis te brengen. Paul kwam slaperig naar beneden en maakte de poort naar buiten open zodat wij meekonden met Ashok. Ashok is een altijd lachende jongen van rond de 19 jarig die in het jongenshuis woont maar ook werkt bij de staff van Karunalaya). Bij de jongens aangekomen waren Kannadoss, Habib en Ranganathan natuurlijk al wakker en stonden klaar met hun rugzakken. Maar ook de oude man en kleine Danosh waren al wakker. ‘Have a safe journey sister’. Ik zag de kleintjes nog liggen slapen op hun matjes in de benedenzaal. Toen we weg wilden rijden begon het heel hard te regenen, Ashok pakte een slaapzak en hing deze voor de open delen van de riksja zodat we allemaal (op Ashok zelf na) droog zaten. Een riksja (of in ieder geval Karunalaya’s riksja) heeft blijkbaar geen ruitenwissers, dus af en toe gooide Ashok zijn arm even over de ruit heen om zo de weg weer te kunnen zien. En zo reden we in de regen, op elkaar gepropt door een donker Chennai, dat voelde al speciaal. Jammer genoeg voelt Habib zich niet goed en heeft hij last van extreem droge en daardoor gebarsten lippen. Hij heeft heel veel pijn en kan nauwelijks tot niet eten en praten. Hij schaamde zich voor zijn lippen en wilde niet echt met ons of iemand anders praten. Wat een slechte timing, en dan gaat hij ook nog zoiets spannends doen. Alsof je moeder na 10 jaar weer hopen te vinden nog niet genoeg was. Ashok zette ons rond half 6 af bij Egmore central station in Chennai.
Hier moesten we met z’n 5en nog zo’n anderhalf uur wachten tot we onze trein in konden. We hadden sleeperclass tickets, de laagste reserveerbare plaatsen in een Indiase trein. Volgens Paul niet veilig voor alleen reizende vrouwen, maar nu kon het wel omdat we met 3 mannen zijn. Ik had natuurlijk allerlei beelden voor me; bankjes boven elkaar waarop we zouden slapen, overvolle trein, druk en heel vies. Nou wat was er hiervan ook echt waar: de bankjes en beetje vies, maar op z’n Indiaas schoon. We hadden heel veel geluk dat we de dag na Diwali reisden, niet veel mensen doen dat namelijk op deze dag. Onze trein was dus erg rustig, we hadden een ‘eigen’ hoek. Dat hield in: aan de zijkanten van de twee ramen (die overdag helemaal open stonden en ’s avonds gesloten moesten worden) waren twee ‘muurtjes’, hieraan hingen per muurtje 3 bedden. De middelste kon je omhoog klappen zodat de onderste als bank kon functioneren. Tegenover de ramen hingen nog twee bedden. Tussen die twee bedden en de andere 6 zat een gangpad. Geen echte eigen cabine dus maar doordat er tot heel laat geen andere mensen bij ons zaten voelde het wel zo. De indeling van de bedden wordt dus echt van te voren bepaald op leeftijd en geslacht. Als je vrouw bent lig je zo hoog mogelijk, net als bij een lage leeftijd. Esra en ik lagen dus op de twee bovenste bankjes, tegenover de ramen lag Kannadoss op het bovenste bankje, Habib lag onder Kannadoss, Ranganathan lag op het laagste bankje van Esra’s rijtje en op het laagste bankje onder mij lag een Indiase eind twintiger die pas rond 9 uur ’s avonds aan kwam zetten, vlak voor we gingen slapen.
Het was niet vies maar ook niet heel fris. Ten eerste kunnen Indiërs niet zo goed schilderen dus de binnenkant van de trein zag er erg slordig uit. De bankjes waren stoffig en de grond was ook niet zo fris. Maar op een gegeven moment kwam er een man met een zelfgemaakte gieter (van een plastic fles met gaatjes in de dop) een schoonmaakmiddel over de grond spuiten en haalde hier vervolgens een dweil overheen. Alleen als we naar de wc gingen deden we onze schoenen aan, we zaten toch steeds op de bankjes. Onze trein vertrok rond half 7. We kochten ontbijt, lunch en avondeten. Het eten was lekker en het was veel! Waar wij maar niet aan kunnen wennen is het op straat gooien van afval. Toen we klaar waren met ons ontbijt keken we om ons heen of er ergens een prullenbak te vinden was, nee die was er niet. Toen legde Kannadoss uit dat je het gewoon uit het raam moet gooien, wat!? Zo gooiden wij dus 3 keer tijdens de treinreis allerlei zilveren bakjes met soms nog saus erin uit het raam. Er was nog een hele techniek voor bedacht, je moet je arm uit het raam naar beneden hangen en dan het bakje loslaten. Als je je arm niet naar beneden doet kan de saus het raam van je achterbuurman invliegen. Op stations mag je absoluut geen eten of ander afval uit het raam gooien, alleen dan krijg je er een boete voor. We keken veel uit het raam naar de soms mooie en soms lelijke natuur, heel veel koeien, geiten, katoen en olie velden, sloppenwijken, stations en wat kleine dorpjes.
Telkens als we stopten op een station kwamen er bedelaars door de trein lopen opzoek naar geld of eten. Vaak gammele volwassenen, maar ook nog redelijk wat kinderen hebben bij ons gevraagd om eten. Kannadoss werkt op Chennai Railway station als ‘kinderredder’ voor Karunalaya. Hij weet dus wel wanneer je wel of niet geld of eten moet geven. Steeds als er een kind kwam (een stuk of 3 keer gebeurd) gaven we iets te eten, we hadden tenslotte allerlei snacks gekregen bij onze lunch. Esra en ik vinden het lastig om bedelende mensen te negeren. Niet de mensen die op straat zitten, maar de mensen die je echt aantikken en maar blijven vragen om een gunst. Ze houden vaak stug vol. In de trein hebben we ook een paar keer mannen gezien die zich hadden verkleed als vrouw, helemaal in sari en met mooie haren en make-up. Soms viel het mij niet eens op dat het een man was, tot ik een zware stem hoorde. Deze mannen tikken op de hoofden en armen van mannelijke passagiers, hier vragen ze geld voor. Heeel vreemd, vooral dat sommige mannen nog geld geven ook! Onze 3 mannelijke medereizigers zetten zich steeds weer schrap en waren opgelucht als ze overgeslagen werden. Vrouwen werden niet lastig gevallen. Ook lopen er steeds verkopers door de trein, met nootjes, bananen, ijsjes, sieraden, chai thee en meer. Niet aankijken dan lopen ze meteen door. Ik had het bovenste bankje en omdat ik voor Indiase begrippen zo lang ben kon ik hier alleen liggen..zitten ging niet echt want het plafond zat te laag. Na ons avondeten maakten we ons klaar om ‘naar bed te gaan’. Waar ik normaal een hele route aan tanden poetsen, make-up verwijderen etc onderga, ben ik nu na een wc bezoekje meteen op mn bankje gaan liggen. Niemand ging zijn tanden poetsen of iets dergelijks. Wij dus ook maar niet. Mijn voeten staken uit (want ja te lang) en dus had ik al weinig ruimte, maar mijn tas wilde ik natuurlijk wel bij me houden. Uiteindelijk heb ik hem aan de zijkant bij mij knieholte gezet en vastgemaakt aan een roostertje. Mijn rits van het middenvak is kapot dus mijn tas op slot doen heeft eigenlijk weinig zin, maar zo’n slotje wekt misschien de indruk dat hij echt niet open kan! Mijn belangrijke spulletjes als mobiel, paspoort en geld hield ik in een heuptasje naast mijn hoofd, net als een fles water. Ik begon zonder iets van een dekentje maar rond half 3 had ik het wel heel koud en ben ik toch maar in mijn lakenzak gaan liggen met mijn vest eroverheen voor wat warmte. Ik heb niet echt lekker geslapen want ik werd vaak wakker (en dan was het pas half 2..). Maar uiteindelijk heb ik volgens mij toch heel even geslapen. Iets voor onze aankomst gingen we (nu wel met iedereen) onze tanden poetsen en borstelde ik mijn haar voor het idee (was bijna stro geworden door de wind in de trein) en rond zevenen kwamen we aan op station Dadar in Mumbai. Dat was dan onze ultra lange treinreis in de Sleeperclass nummer één! Ik moet zeggen dat ik me best avontuurlijk voelde. Het was zo gaaf! Ik vind het helemaal niet erg om vandaag (ik schrijf dit in de nacht van 31 oktober op 1 november) weer terug te reizen in sleeperclass. Dit keer met eentje minder, Habib lieten we namelijk achter bij zijn moeder. Daarover later meer.
Whaaaa die treinreis! Wat een bijzondere dingen gebeuren daar allemaal! Zo fijn om te lezen dat je het naar je zin hebt! Ik hoor je deze verhalen gewoon aan me vertellen dus voelt het net alsof je gewoon naast me zit! Ik mis je wel hoor lieve nicht! Hele dikke kus van je nichtje! xxxxxxxxxxxxxxx
Lieve caat,
Ik kan niet anders,dan me bij je moeder’s reactie aansluiten,inderdaad alles,wat je schrijft ruik en proef je en……..zie je b.v. die kleine harde bedjes,de kleverige vloer van de w.c,die rare verklede heren ? Het is wel waar,dat jullie veel indrukken krijgen,dat raak je niet meer kwijt !!!!! En is grensverleggend,je hebt altijd een mooi en spannend verhaal te vertellen! Lieve Caat nu het moederverhaal,ben benieuwd tot de nieuwe blog,maar doe maar rustig aan! liefs en kus,oma Annemarie
Het klopt.
Al jaren ben ik idolaat van alle reisverhalen van Carolijn Visser.
Mooi mens, goeie boeken, kloeke naam.
Toen ik zwanger was van jou, sprak ik met papa af dat wanneer we een meisje in onze armen zouden sluiten, we haar Carolijn zouden noemen. En zo geschiedde..
Bijna(!) achttien jaar later smullen we van de reisverhalen van onze eigen Carolijn!!
Het is werkelijk hilarisch hoe je nu toch weer je ervaringen van de treinreis Mumbai omschrijft. We ruiken de vunzige coupé, zien de travestieten in hun kleurige kleding voor ons en horen het gebedel en gerammel van de mensen bij de stops.
En we voelen bijna onze eigen armen met een schaal saus uit het raam van de rijdende trein hangen… om nog maar niet te spreken over opgepropte benen op een onrustige slaapplek….
Het allermooist vind ik dat je ons zegt dat je je op dit soort momenten avonturier voelt. Want dat staat in mijn beleving voor voluit ontdekken in vrijheid!!
En naar dat gevoel was je op zoek.
Vasthouden dus!
En lekker verder pionieren met jullie overige plannen!
Dag schat!
Kus uit een steeds herfstiger Holland, papa en mama.
Ha Carolijn, Wat een avontuur! Wat maak jij veel bijzonders mee. Tis ook wel versneld volwassen worden zeg. Want avontuur en bijzonder ok, maar je moet ook wel veel accepteren en incasseren. Leuk om te lezen hoe goed je dat afgaat en hoe veel plezier je hebt. Daaaaaaag
Grtjs uit Voorhout maar dan niet Oma 🙂